Financiën

Financieel meerjarenperspectief 2023-2026

Financieel meerjarenperspectief 2023-2026

Alle geraamde bedragen in deze kadernota zijn vanuit het algemene uitgangspunt 'Reëel begroten' en de specifieke beleidslijnen van de raad tot stand gekomen (bijlage 1 - technische uitgangspunten).

Als eerste vindt u hieronder een tabel met de uitkomst van het financieel meerjarenperspectief van deze kadernota. Vervolgens wordt uiteengezet hoe dit meerjarig saldo tot stand is gekomen.

Voor gemeenten is het vanwege de grote onzekerheden die er zijn, erg lastig om het financiële meerjarenbeeld 2023-2026 op te stellen. Het financieel beeld is een momentopname met vele onzekerheden.

Het financieel meerjarenperspectief van deze kadernota heeft, met uitzondering van 2023, een negatief saldo. Na correctie voor incidentele posten kent ook 2024 een positief saldo.
In de begroting 2022 lieten de jaarschijven vanaf 2023 al een tekort zien. Dit beeld is voor de jaren vanaf 2024 niet veranderd.  De afgegeven noodkreet van gemeenten dat ze de komende jaren structureel extra geld nodig hebben, heeft tot nu niet tot aanvullende middelen geleid. De ontwikkeling van het gemeentefonds zorgt vooral voor een fors tekort in 2026. Deze situatie geldt niet alleen voor gemeente Utrechtse Heuvelrug. De voorzitter van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) meldde hierover al dat er in 2026 een financieel ravijn voor gemeenten dreigt te ontstaan. Als het Rijk geen aanvullende middelen ter beschikking stelt, zullen dan ook (opnieuw) moeilijke keuzes gemaakt moeten worden om tot een sluitende begroting te komen.
Al langere tijd bestaat er veel onvrede over de financiële verhouding tussen het Rijk en de decentrale overheden. Daarom heeft het kabinet, vanuit het kader van het coalitieakkoord van het Rijk, eind april besloten om een onderzoek in te stellen naar de financieringssystematiek tussen Rijk en mede-overheden. Streven is een nieuwe stabiele financieringssystematiek per 2026.

Structureel (materieel) financieel meerjarenperspectief
Voor een duurzaam financieel gezonde huishouding is van belang dat de begroting structureel en materieel in evenwicht (sluitend) is. De provinciaal toezichthouder toetst op het structureel sluitend zijn van de begroting en beoordeelt of de geraamde bedragen 'volledig, realistisch en haalbaar' zijn.
Een structureel sluitende begroting betekent dat 'structurele lasten gedekt moeten zijn door 'structurele baten'. Hieruit volgt de verplichting om het meerjarig begrotingssaldo (tabel 1, regel 1) te corrigeren met het effect van de incidentele baten en lasten (regel 2).

Tabel 1 toont het actuele financiële meerjarenperspectief inclusief alle mutaties uit de kadernota.

In de tabellen in deze kadernota staan positieve bedragen voor voordelige effecten. Het gaat dan om lagere lasten en/of hogere baten en positieve saldi. Bedragen met een 'min-teken' betreffen nadelige effecten (hogere lasten en/of lagere baten) of negatieve saldi.

Een 'V' achter een melding staat voor 'voordeel', een 'N' voor 'nadeel'.
'S' staat voor structureel, 'I' voor 'incidenteel'.

Tabel 1 Financieel meerjarenperspectief

(Bedragen x € 1.000; + = voordeel / - = nadeel)

Saldo beleidsarme kadernota 2023

2023

2024

2025

2026

1

Financieel meerjarenperspectief

935

-23

-1.336

-5.726

2

Waarvan incidentele effecten

634

489

485

-11

3

Financieel meerjarenperspectief materieel

1.569

466

-851

-5.737

Deze pagina is gebouwd op 05/24/2022 20:20:12 met de export van 05/24/2022 20:02:11